De Discounted Cash Flow (DCF) methode is de meest geëigende waarderingsmethode om de bedrijfswaarde van een onderneming te bepalen. In de praktijk worden diverse DCF-varianten gebruikt. Anders dan bij een kostenbenadering of marktbenadering zijn de inkomsten die het waarderingsobject naar verwachting genereert leidend bij het bepalen van de waarde. De elementen geld, tijd en risico spelen een essentiële rol.

Geld

Vrije geldstromen vormen de meest zuivere afspiegeling van de verdiencapaciteit van een onderneming. Ze omvatten het operationele bedrijfsresultaat na belastingen, gecorrigeerd voor afschrijvingen en investeringen in vaste activa en netto werkkapitaal. De vrije geldstroom in enig jaar kan vrij worden uitgekeerd aan de vermogensverschaffers in de vorm van aflossingen, rente en dividend, zonder dat dit de continuïteit van de operationele activiteiten in gevaar brengt.

Tijd

De timing van de vrije geldstromen beïnvloedt de hoogte van de contante waarde. Dit heeft te maken met risico en de tijdsvoorkeur van geld: een euro vandaag heeft een hogere waarde dan een euro over een jaar. In een bedrijfswaardering worden daarom alle toekomstige vrije geldstromen contant gemaakt naar één moment in de tijd (het waarderingsmoment of de peildatum). Bij het contant maken kan worden uitgegaan van de ‘mid-year’ conventie of de ‘end-year’ conventie.

Risico

Het contant maken van toekomstige vrije geldstromen gebeurt met behulp van een disconteringsvoet, ofwel vermogenskostenvoet. Deze vormt een afspiegeling van het risico dat de gerealiseerde vrije geldstromen afwijken van de geprognosticeerde vrije geldstromen. In essentie is het de vergoeding die vermogensverschaffers eisen om in een specifieke onderneming te investeren. Die vergoeding, het geëiste rendement, stijgt naarmate het risico toeneemt. Een hogere (lagere) disconteringsvoet resulteert in een lagere (hogere) bedrijfswaarde.